Downloaden:: Heiligenverering losgelaten
De Geneefse kerkhervormer Johannes Calvijn deed er alles aan om de noodzaak van de kerkvernieuwing in een positief daglicht te stellen. Hij schreef diverse boeken en pamfletten om de bedoelde vernieuwing te ondersteunen. Die geschriften raakten na 1540 ook in de Nederlanden bekend. Dat begon uiteraard in het Franssprekende deel van de Lage Landen – en het was juist dáár dat Guido de Brès als jongvolwassene zich in Bergen (Mons) een weg baande naar een goede toekomst, maar dan niet een toekomst zonder God. Hij was een jonge, zoekende gelovige.
In zijn omgeving waren er nog velen die de wonderbare krachten van de heilige Waltrudis vereerden. Zij was eeuwen eerder, in 688, gestorven, maar gold bij velen als de belangrijkste vrouw na Maria tussen God en mens. Zij zorgde voor genezing van allerlei kwalen. Daarvoor werd ze aanbeden in de kerk van Bergen die naar haar genoemd was – waar ze ook was bijgezet.
Maar Guido de Brès zag geen heil in de verering van deze heilige. Bovendien hoorde hij van brandstapels en andere manieren van executie van gelovige mensen die bij hem steeds sterker zorgden voor afstand tot de pauselijke kerk. De grootste verandering kwam toen Guido, tijdens zijn werk als schilder en glazenier, in een kerk de Bijbel kon inzien. Al gauw kreeg hij ook pamfletten in handen uit de kringen van de reformatoren. Hij besloot toen ook om zelf bij vrienden en kennissen te gaan ‘preken’; daarmee was hij een reformatorische lekenprediker.