Naar deel 2

Het is 500 jaar geleden dat in de Zuid-Nederlandse, nu Belgische grensstad, Bergen (Mons) op een ons onbekende datum een jongetje met de naam Guy de Bray, in het Nederlands Guido de Brès geboren werd. Hij groeide op in een rooms-katholiek milieu: vader was glasschilder, moeder was een vrome vrouw. Als jongvolwassene maakte Guido een zelfstandige keus voor de Bijbelse kerkvernieuwing, ofwel de reformatie. Jaren later stelde hij als predikant een korte weergave op van de Bijbelse leer. Die kennen we als de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NGB). In 1561 werd die belijdenis in een andere Zuid-Nederlandse stad – Doornik – uitgegeven. De doelgroep was de geloofsgemeenschap van gereformeerde gelovigen. Die heeft zich goed laten kennen met de beginwoorden van deze belijdenis: ‘Wij geloven met het hart en belijden met de mond’.

Het document werd na enkele jaren de officiële geloofsbelijdenis van de Gereformeerde Kerken in de toenmalige Nederlanden. We treffen de NGB o.m. aan achterin het Gereformeerd Kerkboek.

Titelblad van de eerste uitgave van de Confession de Foy

 

Reformatie met een schaduwrand?

De reformatorische beweging was door het optreden van Martin Luther vanaf 1517 al wel een beetje bekend in de Nederlandse samenleving, maar kreeg hier weinig ruimte om zich te ontplooien. Dat kwam vooral door de overheid die zich al vroeg in de jaren ’20 sterk beijverde om ketterse lieden op te pakken en op de brandstapel te laten sterven. Ketters deugen niet, aldus de inquisitie. Er waren echter ook veel gelovigen die dit anders zagen. Al werd het Lutheranisme in de Lage Landen nooit een brede beweging. Diverse anti-roomse mensen sloten zich aan bij de radicale wederdopers. Die gingen er in 1534 toe over een West-Duitse stad als Munster te veroveren en daar op een bizarre manier hun ‘koninkrijk van God’ vorm te geven. Jan van Leyden was hun eerste aardse koning.

Die revolutionaire daad liep uit op een diepe ontgoocheling, ook omdat men had verwacht dat de wederkomst van Christus juist daar – en juist in dat jaar – zou plaatsvinden! Daar hadden ‘Zijn getrouwen’ al de voorbereidingen getroffen voor een grootste ontvangst. Maar het liep anders: geen wederkomst, wel een terugkomst van de roomse bisschop van Munster. Deze affaire van de wederdopers zorgde ervoor dat veel mensen d kritisch stonden tegenover de pauselijke kerk en zich nu niet bij de reformatie aansloten. Zij bleven op papier nog bij de roomse kerk, maar kozen in hun hart – dus stilletjes – voor de opkomende reformatorische vernieuwing van de kerk. Dat ‘stilletjes’ was soms een trend in de 16e eeuw, maar mocht uiteraard niet zo blijven. De kerk van Christus treedt altijd in de openbaarheid – zie artikel 1 van de NGB.

 

Naar deel 2

Vorig artikelDagelijkste test Bijbelkennis
Volgend artikelNostalgie
Mijn naam is Harm Veldman (* 1942) en ik ben sinds 1965 decennia lang onderwijzer/leraar geschiedenis geweest. Ik heb daarnaast veel onderzoek gedaan naar lokale en regionale kerkgeschiedenis, maar ook naar de nationaal-kerkelijke ontwikkelingen in Nederland. Mijn grote interesse betreft de eeuw van de Europese Reformatie.Mijn promotieonderzoek richtte zich op het leven en werk van Hendrik de Cock, de ‘vader van de Afscheiding van 1834’. De promotie vond plaats in 2009 aan de Theologische Universiteit van de GKv te Kampen, promotor was prof. dr. M. te Velde.