Downloaden:: Borg Bijma
Huis Bijma, ook wel Huis te Faan genoemd, was een borg in het gebied Westerkwartier in Groningen. De borg is vooral bekend geworden
In een oorkonde uit 1392 wordt al gesproken over een hoofdeling in Faan. Deze, Menne Benyninghe woonde waarschijnlijk op een voorloper van de latere borg. Sporen van het oudere bouwwerk zijn in 1957 aangetoond. De naam Bijma, of variaties als Bywema en Bijema, komt voor het eerst voor in de zestiende eeuw.
Bijma wordt onder meer genoemd als grietman, waarschijnlijk bewoonde deze een voorloper van de latere borg. Sybolt Bywema is getrouwd met Agnes, een bastaarddochter van Roelof van Ewsum, wiens familie op Nienoord woont.
De laatste Bijma, Alijt Bijma sterft in het begin van de zeventiende eeuw. De borg, met de rechten, gaat dan over op haar zoon, Ernst Millinga. Later is er nog sprake van ene Hajo Enens.
Via het huwelijk van Alijt Bijma (†1610?) met Claes Millinga komt de borg in de familie Millinga. Hun zoon Ernst Millinga, jonker en
Gerhard Aldringa, hoveling tot Faan, huurt het huis met 77 grazen lands en koopt het in 1688. Diens zoon Jebbe krijgt het op 2 februari 1689. Hij vererft het in 1712 aan zijn zuster Geertruid Aldringa, die inmiddels weduwe is van Peter de Mepsche. Zij staat de borg af aan haar zoon Rudolf de Mepsche. Hij is ook Heer van Bloemersma.
De Mepsche
Bekend, of berucht, werd Bijma door Rudolf de Mepsche. De Mepsche liet de oude borg slopen en liet in 1725 vlak daarbij op het borgterrein een nieuwe borg bouwen. Op de nieuwe borg, meer in het bijzonder in het schathuis, werden de slachtoffers van De Mepsche vastgehouden en gemarteld.
De Mepsche verkeerde chronisch in geldnood en was in 1753 gedwongen om “adelijcke borgh Bijma tot Faan” te verkopen. Het huis en de rechten kwamen toen in handen van zijn zwager, Edzard Alberda van Bloemersma, die de borg aan het einde van de 18de eeuw verkoopt
Van 1811-1818 is Justus d’Aulnis maire van de gemeente Oldekerk, daarna wordt hij vrederechter te Leek, later ook te Zuidhorn. Zijn oudste zoon wordt maire van Oldekerk van 1827-1844. Zijn tweede zoon Ferdinand Folef blijft op Bijma wonen, waar hij op 3 november 1837 overlijdt. Vlak voor zijn overlijden verkoopt hij het huis aan Nicolaas van Hasselt, die het in 1845 doorverkoopt aan Jhr mr Roelof Antonius Quintus (1816-1894), de broer van Catharina Johanna Quintus, die op 25 mei 1838 trouwde met Jan Carel Ferdinand, de broer van Justus.
In 1860 is de borg afgebroken.
Websites en bronnen:
• https://nl.wikipedia.org/wiki/Huis_Bijma
Kaart: HISGIS Groningen