Taal

De platte taal is hier Groningsch, vry wat overhellende of vermengd naar en met het Boerenvriesch of Boerenvriesche dialekt; en zeer natuurlyk: want terstond aan de overzyde van de Lauwers is het Boerenvriesch de dagelyksche spraak, terwijl men aan gene zyde het plat Groningsch of de platduitsche tongval spreekt.

Karakter

Zuinigheid, naarstigheid, nederigheid, arbeidzaamheid, goede trouw, vrolykheid en opregtheid, maken de hoofdtrekken uit van het karakter der meeste inwoners, doch in het klein zou in sommige opzigten nog menige verbetering te wenschen zyn. In milddadigheid behooren zy ook niet op den achtergrond geplaatst te worden. – Des morgens staat men, – om in byzonderheden te treden, in het voorjaar al zeer vroeg op; dit houdt aan tot in het late najaar; des winters staat men niet zoo vroeg op; doch algemeen niet later dan te zes uur. Men ontbyt algemeen des morgens te acht; eet des middags te 12 uren en des avonds te zes; uitgenomen de landbouwers in de Zomer, wanneer die des avonds wel later, en des winters in het kortst der dagen, wanneer zy wel te vyf a half zes eten. Des avonds gaat men algemeen niet later dan te negen uur te bed, sommigen te tien en anderen misschien nog wat later. – Kermissen, harddraveryen, en boelgoeden of verkoopingen van tilbare goederen, worden nog al veel bezocht tot vermaak en uitspanningen. Des avonds na zes uur bezoeken de inwoners elkander wel, terwyl men des winters wel eens eenen geheelen dag daartoe afzondert; ook bezoeken sommigen elkander dan wel eens des Zondags avonds te zeven uur of wat later.- In het najaar komen sommigen elkander in den slagttyd bezoeken en verheugen zich, dat veler kuipen zoo wel voorzien zyn tegen den winter; doch al deze bezoeken zyn weinig kostbaar. De gebruiken by het trouwen, zyn misschien zoo verschillend als er paren trouwen.- De meesten trouwen zonder daarby eenige plegtigheid van belang te hebben. By begravenissen wordt het lyk door de buren ter aarde gebragt des middags te 12 uur, de naastbestaanden volgen het lyk tot aan het graf, voorgegaan door den Predikant of by ontstentenis van dien, door een daartoe verzocht persoon, welke het gebed en dankzegging voor en na den maaltyd, die na de begravenis plaats heeft, uitspreken. Na dat het lyk by het kerkhof van den wagen op de draagbaar gezet is, draagt men het lyk eenmaal, of zoo het graf digt by de aankomst op het kerkhof is, ruim een maal rondom hetzelve, terwyl de klok zoo lang luidt, welke men den eersten voor den middag na het overlyden drie uren lang luidt. Dit alles wordt door de buren verrigt. Van het kerkhof terug komende, wordt er door de familie- en de buren een koude maaltijd gedaan, bestaande in fyn roggenbrood en bier; echter heeft zulks by geringe lieden niet altyd door de buren plaats, doch de meer gegoeden verzoeken wel eens al de huisgezinnen van het geheel dorp op zulken maaltyd, van welke dan ook, zoo velen als er ter maaltyd komen, het lyk ter grave volgen.